BEKNOPTE GESCHIEDENIS

Wanneer de eerste kerk in Steenderen tot stand kwam, is zeer onduidelijk. In 1217 wordt voor het eerst de Remigiuskerk genoemd. In 1580 kwam de kerk in Reformatorische handen en werd aan de katholieke eredienst onttrokken. In 1782 brandde de kerk ten gevolge van een blikseminslag af. Het schip en de zijbeuken werden onder één kap gebracht en de gewelven werden vervangen door houten plafonds. De houten vensters dateren uit 1836. Deze kerk staat aan de Dorpsstraat.

Vanaf 1580 werd er gekerkt in schuilkerken. In 1717 werd de statie Baak opgericht, waaronder vielen Steenderen, Bronkhorst, Vierakker en Wichmond. Vanaf die tijd gingen de katholieken voor het vervullen van de zondagsplicht of naar Baak naar de bijkerk van Olburgen, het Hoefken te Drempt of men kerkte in Keijenborg. In 1853 werd de Kerkelijke Hiërarchie hersteld en werd het weer toegestaan r.-k. kerken te bouwen.

In 1860 vormde zich een commissie die als doel had: het oprichten van een r.-k. kerk in Steenderen. Men kocht het herenhuis “Buitenlust”, gelegen voor dr. Ariënsstraat 3 en wilden achter in het huis een noodkerk bouwen. De bisschop vond het beter de fase over te slaan en direct maar een nieuwe kerk te bouwen. Op 16 augustus 1864 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen.
Op 22 augustus 1866 werd Steenderen een zelfstandige parochie.
De kerk is toegewijd aan de H. Willibrord, vernoemd naar Willibrord Masselink omdat hij de grote weldoener was voor en tijdens de bouw van de kerk.

Op 3 september 1868 werd het achter de kerk gelegen kerkhof gewijd en in gebruik genomen. De eerste begrafenis vond plaats op 5 oktober van dat jaar.

GEBOUW EN INTERIEUR

De kerk is een eenbeukige kerk met een smaller, halfrond gesloten koor en een slanke toren van vier geledingen met ingesnoerde naaldspits. De architect was H.J. Wennekers uit Zutphen, o.a. ook de architect van de kerk in Joppe en Vierakker.
De kerk is uitgevoerd in een combinatie van neo-gotische en neo-romaanse vormen. Het inwendige heeft het karakter van een zaalkerk. De kerk is uitgevoerd in een neo-romaanse gotiek. Het koor heeft een totaal ander karakter, het is gedekt met kruisribgewelven. De zuilenpartij bij de ingang is in een romaniserende zuilenportaal uitgevoerd.

Het kerkgebouw is sober gebouwd met een pannendak en een comentvloer. In 1884 is het dak voorzien van een leibedekking. In 1889 is de huidige vloer  aangebracht inclusief de wandtegelafwerking. Ter gelegenheid van het zilveren priesterfeest van pastoor A. Ariëns werd in 1907 de kerk voor het eerst geschilderd en werd er een polychromering aangebracht.

In 1964 is de kerk uitgebreid met een nieuwe sacristie en voorzien van een nieuw priesterkoor. Alles is toen verwijderd, inclusief d eglas-in-loodramen in de zijgevels. Er kwamen nieuwe glas-in-loodramen ne het geheel werd totaal wit geschilderd. In 1977 is de kerk weer voorzien van nieuwe “oude” altaren, een kruiswegstatie en overige aankleding.
In 2001 worden de glas-in-lood-ramen gerestaureerd en er worden voorzetramen geplaatst.
In 1982 wordt de begraafplaats uitgebreid. Het monument met het kruisbeeld werd toen naar achteren geplaatst.
In 1996 wordt nog een groot gedeelte van het beschikbare terrein erbij getrokken en  wordt een urnenplaats aangelegd. Ook is in dat jaar een monumentje op het kerkhof geplaats voor ongedoopte overleden kinderen.
Steenderen was de eerste parochie in het Aartsdisdom Utrecht die met dit initiatief kwam. Het stille verdriet over de onvindbaren en om de pijnlijke kerkelijke ziens- en handelswijze van toen, kreeg zo een plaats.
Het is op tal van R.-k. begraafplaatsen nagevolgd.

De kerk is begin 2009 opnieuw geschilderd door plaatselijke vrijwilligers.